Katleen De Prins

Na haar muzikale studies aan ondermeer de muziekacademie en de kunsthumaniora, waar ze zang als hoofdinstrument verkoos, volgde ze nog privéles bij o.m. Peter De Smet in Antwerpen.

In 2000 studeerde ze af met de grootste onderscheiding en behaalde ze de Gemeentemedaille.

Zij was onder andere lid van het koor van de Europese Gemeenschap, soliste van het Sint Martinus zangkoor en van het Vlaams Vocaal Ensemble. In 1999 zong ze mee in het koor voor de opera 'Nabucco' van Verdi.

Katleen maakte deel uit van het Vlaams Muziek Theater, vertolkte de rollen van Olga in 'De Lustige Weduwe' van Franz Léhar, Venus in 'Frau Luna' van Paul Lincke en O Lia San in 'Victoria en haar Huzaar' van Paul Abraham. Ze was ook alternate voor verschillende grote operetterollen en speelde de rol van Thérèse Hübner in de 'Frühjahrsparade'.

Katleen was gedurende meerdere jaren lerares notenleer en fluitiste bij onze harmonie.